De gemeenschap en het oplossen van zorgtekorten
In mei 2025 verscheen er in het tijdschrift voor Sociale Vraagstukken een artikel met de naam: waarom 'de gemeenschap'
zorgtekorten niet zomaar kan oplossen.
Denkers en onderzoekers Pieter Hilhorst, Ludo Glimmerveen, Monique Kremer, Jante Schmidt en Josje Schut willen 7 mythes
doorprikken om te voorkomen dat de gemeenschappen hun belofte niet waar kunnen maken.
Lees hier de volledige artikel uit het tijdschrift Sociale Vraagstukken.
Ik hanteer als werktitel van het boek dat ik schrijf over Apeldoorn Zuid ”De 7 geheimen van buurtinitiatieven”. Ik was oprichter van de buurtcoöperatie Apeldoorn Zuid en 12 jaar voorzitter. Onlangs kon ik het stokje overdragen en is het tijd voor reflectie. Denkers en onderzoekers spreken over 7 mythen. Vanuit mijn jarenlange ervaring midden in de praktijk van een inwonersinitiatief heb ik 7 geheimen ontdekt.
Ik wil de 7 mythes in het licht van mijn praktijkervaring graag tegen het licht houden.
Mythe 1: Minder overheid betekent meer gemeenschap.
Kennelijk is deze mythe vooral levendig bij beleidsmakers. In Apeldoorn heb ik veel hulp gehad van de gemeente. En samen met de medewerkers van het WMO loket er ook bij geholpen dat mensen formele zorg kregen. Maar ondertussen ook het omzien naar elkaar flink bevorderd en de gemeenschap heeft daar een plaats mee ingenomen.
Mythe 2: De overheid streeft naar een participatiesamenleving.
De opmerking van de kersverse Koning Willem in de troonrede (2013) was voor mij wel de aanleiding om de Buurtcoöperatie op te starten. Om nu te zeggen dat dat een mythe is gaat mij veel te ver. Ja, er gaat nog veel mis én er moeten allerlei regelingen worden herzien. Maar de stelling gaat wel sterk uit van de almacht en de onmacht van de overheid. Ik heb gemerkt dat burgers samen heel veel kunnen. En dat het niet vanzelf gaat heb ik 12 jaar aan den lijve ondervonden. Maar het gaat wel.
Mythe 3: Gemeenschappen ontstaan spontaan.
Dat is geen mythe, op dit moment komen ze als paddestoelen uit de grond. Twaalf jaar geleden is de buurtcoöperatie ook spontaan ontstaan. Gemeenschappen ontstaan wel spontaan maar dat sluit niet uit dat ze af en toe professionele steun nodig hebben en mogelijk structureel subsidie nodig hebben.
Mythe 4: Goede gemeenschappen zijn gemengde gemeenschappen.
Wie bepaalt of gemeenschappen goed zijn of niet. Gemeenschappen zijn wat ze zijn. Subsidieverstrekkers en professionals die bepalen hoe gemeenschappen moeten zijn hebben het moeilijk.
Mythe 5: Als de deur openstaat, komt de buurt vanzelf binnen.
Niets in het leven gaat vanzelf. Wij hebben van het begin af aan een druk en levendig buurthuis gehad. Maar we hebben wel bij
bijna 10.000 deuren aangebeld in de afgelopen 10 jaar om buurt te maken. En daarbij ook andere buurthuizen gevoed.
Het ging niet om de buurthuizen maar om het omzien naar elkaar in de hele wijk (25.000 inwoners) te bevorderen.
Je onderneemt, zoals wij aanbelden en wat dat voor effect heeft weet je niet precies, van het een komt het ander.
Het is dus niet een plan uitrollen maar doen, ervaren en weer handelen.
"Er moet een professionele achterwacht zijn voor wat niet bij de gemeenschap belegd kan worden"
Net of de gemeenschap niet professioneel kan zijn. Wij zijn een buurtcoöperatie met 15 betaalde krachten
en meer dan 40 vrijwilligers en daarnaast meer dan 100 actieve buurtbewoners. Maar de coöperatie is niet van de gemeente of
van de welzijnsorganisatie maar van de burgers.
Mythe 6: Aan de gemeenschap hoor je belangeloos bij te dragen.
Dat is inderdaad een mythe. Wij hebben lang geen vrijwilligersvergoeding gegeven. We boden de vrijwilligers zinvolle werkervaring ( is ook een belang). En we hadden professionals in dienst. Ik werd ook betaald, eerst het minimumloon maar toen we in een cao kwamen, ben ook ik ingeschaald.
Mythe 7: Een goede gemeenschap is gezellig.
Een gemeenschap is geen walhalla en gemeenschapsvorming is geen sinecure. Dat klopt als een bus en dat heb ik aan den lijve ondervonden. Maar waarom zou een gemeenschap altijd gezellig moeten zijn? Het leven is ook niet altijd gezellig en waarom dan zo'n opgeklopte verwachting van een gemeenschap? "Zonde gemeenschappen te reduceren tot het oplossen van tekorten in de zorg" Onze gemeenschap ging ervoor het omzien naar elkaar te bevorderen omdat daar het leven beter van wordt. We hebben met eigen ogen kunnen zien dat dit ook voor een flink aantal mensen werkt. Er is ook onderzoek gedaan binnen onze gemeenschap of dat positieve gevolgen had voor de gezondheid van de deelnemers. Dat kon niet worden geconcludeerd gezien de te lage respons. Ik denk niet naïef over hoe je gemeenschappen bouwt en onderhoudt. Ik heb het 12 jaar met vallen en opstaan gedaan.
In het boek dat ik schrijf doe ik daar verslag van. Ik heb moeite met de schijnbare tegenstelling die lijkt te spreken uit het genoemde artikel,
tussen de professional en de gemeenschap. De wereld van de buurtinitiatieven ligt dichter bij de beleefde wereld. De wereld van de professionals
ligt dichter bij de bedachte wereld. Beide werelden hebben bestaansrecht.
De kunst is om ze te verbinden. Niet makkelijk voor de deelnemers aan buurtinitiatieven. Het aantrekkelijk hieraan is juist
dat het weinig bedacht aanvoelt, maar gewoon gebaseerd is op doen en bijsturen. En goed contact met elkaar.
Maar ook voor de deelnemers aan de bedachte wereld is het geen makkelijk situatie. De kans dat iets uit de hand loopt is aanwezig.
Nadenken is een van de manieren om dat te voorkomen. Buurtinitiatieven zijn niet de oplossing van alle kwalen maar juist in de relatie
met de denkwereld is er veel winst te behalen is mijn ervaring.
Deel jouw ervaringen door een e-mail te sturen naar: info@biawerkplaats.nl
Auteur: Ton Kunneman
